KINDVAK 2024

19, 20 & 21 SEPTEMBER 2024

BRABANTHALLEN ‘S-HERTOGENBOSCH

Registreer je hier

Discussie over vaccinaties

Bezoekers

Nederland laat zich weer eens van een merkwaardige kant zien. Opeens laaide in november vorig jaar een discussie op over vaccinaties en kinderopvang. Vooral baby’s zouden grote gevaren lopen door niet-gevaccineerde kinderen op het kinderdagverblijf. Kamerleden buitelden over elkaar heen, grote artikelen in alle kranten, gevolgd door televisie-uitzendingen over de mogelijke gevaren van vaccinaties. KindVak Magazine zet de zaken op een rij.

Minister Schippers van Volksgezondheid werd door de Tweede Kamer direct aan het werk gezet. Dit op aandrang van BOinK, de vereniging van ouders in de kinderopvang. Die vindt dat ouders recht hebben op informatie als hun kind naar een opvang gaat waar kinderen zitten die niet zijn ingeënt. De minister moet nu bepalen of kinderopvangorganisaties verplicht aan ouders moeten melden hoeveel niet-ingeënte kinderen er rondlopen op hun kinderdagverblijf.

Hoogst besmettelijk
Toch is er nauwelijks een probleem met vaccinaties, het lijkt heisa om niets. Vaccins zijn één van de grootste medische succesverhalen van de afgelopen vijftig jaar. Ziekten zoals polio, dat verlammingen veroorzaakt, zijn in westerse landen door massale vaccinatie vrijwel uitgebannen. Mazelen, hoogst besmettelijk, komt nog wel incidenteel voor in Nederland. Eens in de ongeveer 10 jaar is er een epidemie. Daarnaast zijn er heel af en toe lokale uitbraken, zoals in 2014 op een Haagse kinderopvanglocatie. Daar werden 15 kinderen besmet door een niet-ingeënt antroposofisch kind. Jonge baby’s kwamen in het ziekenhuis terecht, van wie er één ernstig aan toe was. Mazelenbesmettingen worden vooral veroorzaakt door mensen die uit het buitenland komen of die vanuit hun geloofsovertuiging vaccins afwijzen, vooral in de Biblebelt. Het is een meldingsplichtige ziekte, bij elke patiënt moet de GGD direct worden ingelicht. Elke kinderopvangondernemer weet dit, overal liggen daarom de protocollen al klaar. De GGD regelt dan vaccinatie of een injectie met antistoffen. Ook niet-ingeënte mensen krijgen van de GGD alsnog een aanbod voor vaccinatie.

Pas bij 14 maanden
Hoe ernstig een mazelenbesmetting ook is, het is niet altijd te voorkomen. Vooral baby’s in kinderdagverblijven lopen risico als oudere kinderen op hun dagverblijf niet zijn ingeënt tegen mazelen, bof en rodehond. Heel jonge kinderen worden pas gevaccineerd tegen deze ziekten als ze 14 maanden oud zijn. Op die leeftijd werkt vaccinatie het best. Tussen 4 en 14 maanden zijn kinderen dus echt vatbaar. Daarom is het belangrijk dat zoveel mogelijk kinderen in Nederland worden gevaccineerd. En dat is het geval. De vaccinatiegraad is in Nederland 94,8 procent, net onder de internationale norm (95 procent) die wordt gehanteerd om mazelen in te perken. Ook andere ziekten als difterie, Meningokokken C, aangeboren afwijkingen door rodehond en polio komen nauwelijks meer voor. Het rijksvaccinatieprogramma, ingevoerd in 1957, is daarmee echt succesvol. Het RIVM, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, heeft berekend dat door het vaccinatieprogramma sinds die tijd zo’n 9000 kinderlevens zijn gered, een voorzichtige schatting zelfs.

Mediahype
De hele vaccinatiediscussie is daarmee vooral een (sociale) mediahype. Aangezwengeld door wat ouders die kritisch zijn op prikken, de medische wetenschap in het algemeen en de farmaceutische industrie in het bijzonder. Bij het televisieprogramma Pauw wordt in een vaccinatiediscussie een prikkende jeugdarts compleet omvergeblazen door drie erg overtuigde anti-vaccinatie-ouders. Zij vinden het raar ‘ziektes te kweken en die vervolgens in een mensenlichaam te spuiten’. Ongefundeerde meningen, die worden gedeeld in klaaggroepjes op onder meer Facebook. Waar deelnemers vooral onwetenschappelijke en eenzijdige visies uitwisselen over de vermeende gevaren van vaccinaties. Bijvoorbeeld over het idee dat vaccinaties autisme kunnen veroorzaken, in de wereld gebracht door de frauduleuze Engelse arts A.J Wakefield in 1998. Na uitgebreid onderzoek in alle Scandinavische landen en door de Wereldgezondheidsorganisatie WHO heeft Wakefield uiteindelijk zijn dokterstitel moeten inleveren.

Lichte daling vaccinatiegraad
Door alle gedoe neemt wel de onzekerheid onder jonge ouders toe over het nut van vaccinaties en mogelijke bijwerkingen. De vaccinatiegraad is in de afgelopen twee jaar steeds met 0,5 procent gedaald. Maar deze twee zaken hoeven geen verband met elkaar te houden. De daling van de vaccinatiegraad kan ook komen door administratieve veranderingen en de komst van asielzoekers, die doorgaans wel goed zijn gevaccineerd, maar daarvan geen bewijs hebben. Het is zo’n minieme jaarlijkse daling, dat het RIVM zich echt nog geen zorgen maakt. De door de Tweede Kamer gewenste verplichte bekendmaking van het precieze aantal niet-ingeënte kinderen in kinderdagverblijven lijkt dan ook overdreven. ‘Het is geen maatregel die de volksgezondheid veel vooruit zal helpen’, erkent Hans van Vliet, hoofd van het rijksvaccinatieprogramma bij het RIVM. Hij gelooft meer in betere communicatie met ouders over het belang van vaccinaties. Om die reden trekt het ministerie van VWS extra geld uit voor langere gesprekken met ouders en een speciaal e-learningprogramma voor jeugdartsen. ‘Het RIVM krijgt signalen dat ouders vaker vragen hebben over vaccinaties en dat medewerkers in de jeugdgezondheidszorg niet altijd alle antwoorden paraat hebben’, vertelt Van Vliet. ‘Ze zijn vooral opgeleid voor het uitvoeren van twee handelingen: prikken en registreren. Nu moeten ze ook zaken waar ouders mee worstelen kunnen uitleggen. Hoe wordt een vaccinatie gemaakt? Zit er kwik in? Is er een verband tussen vaccineren tegen baarmoederhalskanker en chronische vermoeidheid?’

Praten over de prik
Jeugdarts Lucy Smit is zo’n medewerker die steeds vaker vragen van ouders krijgt. Smit werkt bij het consultatiebureau JGZ Kennemerland in Heemstede. ‘De huidige generatie ouders heeft de schadelijke en soms fatale gevolgen van kinderziekten als bof, mazelen en polio niet van nabij meegemaakt. Daardoor voelt een toenemend aantal ouders de noodzaak van inenten niet meer. Het zijn in onze regio vooral hoogopgeleide, bewust en gezond levende ouders die niet zonder meer van overheid en wetenschappers aannemen dat vaccineren noodzakelijk is’, vertelt zij. Zo twee keer per maand maakt Smit dit mee en ze neemt dan alle tijd voor deze ouders. Niet om met ze in discussie te gaan of ze te overtuigen met gewichtige wetenschappelijke publicaties. Dat levert alleen weerstand op, bovendien zijn de twijfelaars altijd goed geïnformeerd. ‘Ik vraag de ouders naar hun twijfels, of ze informatie willen en waarover. Ze zeggen dan altijd ‘ja’. Zo dring ik mijn kennis niet ongevraagd op. En kan ik fabels over gif en autisme uit de wereld helpen. Door op deze manier met ouders in gesprek te gaan, kiezen de meeste twijfelaars toch voor vaccineren.’

Auteur: Aart Verschuur

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen